Hulplijn: 0318 - 54 78 70

Grenzen van intimiteit

Seksueel misbruik heeft alles te maken met grenzen. Maar juist het praten over die grenzen vinden we moeilijk. Waarom is dat? En welke kleine stapjes kunnen we maken voor een beetje meer openheid?

Wil je erover vertellen? Seksueel misbruik tekent mensen voor het leven: zowel de slachtoffers, als de daders en zelfs de omgeving. Schuld, schaamte, diepe (fysieke) kwetsbaarheid, grote geheimen en onmacht: al die gevoelens maken het ingewikkeld om het onderwerp aan het licht te brengen. Slachtoffers dragen het misbruik altijd als een litteken met zich mee. Het verdwijnt nooit. Maar erover praten kan wel helpen om het mooie mens achter dat litteken naar de voorgrond te brengen. Om erover te praten zijn vertrouwen en veiligheid essentieel. Het vertrouwen dat er geen oordeel zal zijn bijvoorbeeld en dat het gesprek geen eigen leven gaat leiden. Therapeuten moeten vaak ook moeite doen om het hele verhaal boven tafel te krijgen. Toch kan een hulpverlener een goede oefenplaats zijn om het praten erover te vergemakkelijken. Want juist in het delen is een stukje herstel mogelijk. Heb jij iemand in de omgeving waarvan je weet dat die te maken heeft gehad met seksueel misbruik? Probeer te voorkomen dat het onderwerp als een grote roze olifant tussen jullie in blijft staan. Een eenvoudige vraag als ‘wil je erover vertellen?’ kan ruimte bieden voor openheid en een stukje herstel. Realiseer je daarbij wel dat de ander niets aan jou verplicht is. Het is zijn/haar goed recht om ‘nee’ te antwoorden op die vraag. En dat heeft niets te maken met jou.

Het begint in de basis Dat we zo’n open houding ingewikkeld vinden heeft wél alles te maken met ons eigen gevoel van ongemak. We zijn het niet gewend om te praten over de grenzen van intimiteit. We krijgen dat in de basis immers nauwelijks aangeleerd. Nog altijd geven we liever een boekje over seksualiteit aan onze verliefde puber, dan dat we met hem of haar in gesprek gaan. Wel wijzen we ons kind wel op de risico’s op een zwangerschap, maar de wereld aan intimiteit die daaraan vooraf gaat, slaan we over. Toch zitten juist in de gesprekken over kleine grenzen van intimiteit al waardevolle levenslessen. Over dat het oké is om te voelen dat je iets nog niet wilt. En over dat iedereen een eigen grens heeft over wat die fijn vindt en dat je daarvoor mag staan. Dat we onze eigen grenzen ook best kennen. Kijk bijvoorbeeld eens naar een klein kind. In plaats van dat je een peuter op z’n verjaardag overlaadt met kusjes, kan je ook vragen: wil je een hand of een kus? Het kind zal precies weten waar het voor gaat.

Je grenzen kennen helpt de weerbaarheid. Maar die grenzen ontdek je óók door gesprekken. Sta jij daar open voor? Durf jij dit kleine stapje voor meer openheid rondom dit moeilijke thema te zetten?