Hulplijn: 0318 - 54 78 70

Kies je profiel! Grijze muis, open en bloot, of kleurrijk?

Terug naar alle verhalen

“Mijn kind geeft zich niet bloot op internet.” Dat is helaas een misvatting van veel ouders. Eva Bakker komt thuis van haar werk, zet thee, start haar computer en kijkt op Facebook. Tot haar grote ontsteltenis ziet ze naaktfoto’s van haar dochter verschijnen. Eva: “Ik was verbijsterd en belde overstuur naar mijn man en zus. Wat moest ik doen? Toen mijn dochter Deborah (15) thuis kwam, was ik in alle staten.”

Deborah: “Een onbekende jongen stuurde mij een vriendschapsverzoek op Facebook. Ik vond hem er leuk uitzien en accepteerde het verzoek. Hij schreef mij steeds dat ik zo knap ben. Op een gegeven moment stelde hij voor, mij op te halen uit school. Ik ben mee naar zijn huis gegaan en daar hebben we gezoend. Hij wilde mijn borsten zien. Ik was zo dom om mijn blouse open te knopen. Hij maakte direct een foto. Ik vroeg meteen of hij hem wilde wissen. In de week daarop begon hij mij te bestoken met berichtjes. Ik zei dat ik geen behoefte had aan vriendschap, want ik voelde dat hij teveel van mij wilde. Hij zei dat hij de foto van mijn borsten op internet zou zetten als ik hem niet meer wilde zien.”

Angstig

Zo stemt ze in met een volgende ontmoeting. Het gaat van kwaad tot erger. Steeds maakt de jongen nieuwe  foto’s. En steeds dreigt hij foto’s te publiceren als ze niet toestemt in zijn volgende wensen. Deborah wordt bang van zijn dreigementen en schaamt zich dat ze zich bloot gegeven heeft. Op school maakt ze een afwezige indruk. Na school maakt ze zich snel uit de voeten om niet door haar ‘vriend’ opgewacht te worden. Thuis trekt ze zich terug op haar kamer. Als de jongen op Facebook haar weer vraagt naar hem toe te komen, besluit ze niet meer te reageren op zijn berichtjes. Twee weken later treft ze haar moeder overstuur aan. Deborah’s angst wordt werkelijkheid als haar moeder haar confronteert met de Facebook-foto’s en de bijgevoegde tekst: ‘hoer’. Deborah stort hierna helemaal in.

Eenzaam

Deborah’s moeder zoekt contact met Stichting Schuilplaats voor hulp. Deborah stemt in, maar alleen als ze zonder haar ouders naar de begeleidingsgesprekken gaat. De hulpverlener: “Deborah’s vertrouwen in mensen is enorm beschadigd. Niet alleen vanwege het seksuele geweld en de manipulatie door de jongen, maar ook door de reacties van alle mensen om haar heen: ouders, vriendinnen en klasgenoten. Iedereen had een oordeel klaar. Haar ouders hielden haar voortdurend in de gaten. Klasgenoten pestten haar door te vragen: ‘Wat kost een nummertje?’ of ‘Mag ik ook eens?’ En haar beste vriendin wilde niet meer afspreken. Haar isolement was compleet.”

Beeldvorming

De hulpverlener vervolgt: “Toen Deborah de eerste keer bij mij kwam, viel me op hoe uitdagend ze gekleed was. Ik begreep dat ze zich niet kon verweren tegen de beeldvorming van mensen over haar. Vanuit die eenzame positie had ze besloten om zich dan maar aan haar rol als ‘slet’ te conformeren. Ik heb haar duidelijk gemaakt dat ze, in alles wat haar overkomen is, slachtoffer is geweest en geen dader. Toen ze dit in ging zien, kon ze aangifte doen bij de politie. Haar schuldgevoelens zijn afgenomen en ze heeft nu weer een positiever  zelfbeeld. Haar gevoel van eigenwaarde komt langzaam terug. Het bijzondere is dat ze daarmee ook weer het vertrouwen van haar beste vriendin aan het terugwinnen is.”

Positieve aandacht

“We zijn nu enkele maanden verder. Deborah komt één keer in de twee weken. Tijdens onze gesprekken moet haar mobiele telefoon uit. Deborah voelt zich snel eenzaam zoekt voortdurend contact en bevestiging via social media. Ze kan moeilijk met grenzen omgaan. Ik praat daarover met haar en ben heel praktisch met haar gaan kijken naar wat voor berichten mensen op Facebook zetten. Mensen zijn geneigd om te vragen om negatieve aandacht: “kijk nou eens wat mij is overkomen”. Met als doel dat ’vrienden’ je dan beklagen. Deborah probeert nu alleen maar berichten te plaatsen waarin ze iets positiefs zegt over zichzelf of anderen. Door positieve berichten laat je zien hoe kleurrijk je bent. Ze heeft facebook-vrienden, die ze niet persoonlijk kent, verwijderd. Ik probeer haar duidelijk te maken dat echte vrienden, met wie je leuke dingen doet en die bij jou thuis komen, belangrijker zijn dan digitale vrienden.”

Opvoeding

“Inmiddels heeft Deborah ook gesprekken met haar ouders erbij. We hebben enkele thema’s uit de cursus Puberstrijd besproken. Zo begrijpen haar ouders nu dat zij hun dochter weer het vertrouwen moeten schenken om zelf op pad te gaan en zelf te kiezen wie haar vrienden zijn. Door de gesprekken hebben ze meer kennis gekregen over hoe ze om moeten gaan met hun puberdochter en straks haar jongere broertjes. Ze beseffen dat hun eigen gedrag een grote voorbeeldfunctie heeft. Dus nu leggen haar ouders de mobiele telefoon zelf vaker weg en zetten de computer uit.” “Verder hebben we gesprekken gehad op school met de mentor en met de leerjaarcoördinator. Zij hebben met de docent maatschappijleer het thema ‘omgaan met social  media’ op het programma gezet. Er zijn lesprogramma’s waarbij de leerlingen zich verdiepen in wat je wel en niet moet delen op Internet. Deze programma’s zijn gekoppeld aan de lessen over ‘pesten’.”

Identiteit

De hulpverlener vervolgt: “Met Deborah probeer ik in de Bijbel teksten en personen te vinden die haar helpen bij haar identiteitsvorming. Grenzen stellen is een belangrijke boodschap uit de Bijbel. Dat begint al gelijk in Genesis. Mensen hebben moeite grenzen te respecteren en laten zich verleiden deze te overschrijden (zonde). Maar juist grenzen bieden de veiligheid die mensen nodig hebben.” Deborah: “Ik merk dat het mij veel meer rust geeft als ik zonder mobiele telefoon ga slapen. Ik snap beter wat het effect is van mijn berichtjes op Facebook. Ik vind het heerlijk om met mijn vriendin naar de stad te gaan. Samen kunnen we heel erg lachen en dat is in het echt veel leuker dan online. Ik weet dat mijn vriendin mij leuk vindt. Ik hoef daardoor minder bevestiging te zoeken van vreemden. De hulpverlener heeft mij laten inzien dat ik de moeite waard ben voor een vriendschap. Ik ben een schepsel van God en gemaakt naar Zijn beeld en gelijkenis. Daarom ben ik geen grijze muis, maar juist kleurrijk!”