Hulplijn: 0318 - 54 78 70

Ik werd gepest

Terug naar alle verhalen

Niels (29) heeft moeite met relaties. Hij heeft weinig vrienden en de paar keer dat hij verkering krijgt, is het steeds snel weer uit. Hij werkt heel hard, maar ook op zijn werk geeft zijn leidinggevende aan dat het moeilijk is met hem te communiceren. Volgens zijn leidinggevende heeft Niels te weinig inlevingsvermogen en kan hij slecht tegen kritiek. Dat leidt tot conflicten met collega’s. Het is voor Niels reden om hulp te zoeken bij Stichting Schuilplaats.

Uit de eerste paar gesprekken blijkt dat Niels moeite heeft om zijn emoties te tonen. Vooral wanneer hij zich kwetsbaar voelt. De enige emotie die hij toelaat is boosheid. Soms is hij zo boos dat hij dingen kapot gooit, vertelt hij. “Het lijkt wel of mijn boosheid te groot wordt voor mijn lichaam en naar buiten moet.”

Eerste keer

De hulpverlener vraagt Niels of hij zich kan herinneren wanneer hij zich voor het eerst zo boos heeft gevoeld. Niels vertelt dat dat vermoedelijk in groep 7 van de basisschool was. “Ik ben vanaf mijn zesde jarenlang gepest. Ik heb nogal grote oren. Kinderen lachten me er om uit en riepen ‘enge vleermuis’. Ook als ik een goed cijfer haalde, was dat reden om mij achterna te zitten en mij belachelijk te maken.” De hulpverlener vermoedt dat er een verband is tussen het pesten en het huidige gedrag van Niels. Hij heeft zich vaak onmachtig gevoeld en het idee gekregen niet gezien te worden. De hulpverlener   stelt voor om hem te verwijzen naar de EMDR therapeut van Stichting Schuilplaats. EMDR is voor mensen die een trauma hebben of een onvoldoende verwerkte pijnlijke herinnering. De therapeut gaat terug naar de negatieve gevoelens die het pesten heeft opgeroepen om deze te verwerken en als het ware te “resetten”.

Pesten

Niels: “Ik wist niet goed wat ik me bij EMDR moest voorstellen. Aangezien de therapie slechts zo’n twee uur duurt, wilde ik het wel proberen. De hulpverlener vroeg mij naar een moment dat voor mij het meest schrijnend was. Ik herinnerde mij een moment in groep zeven. Mijn oma was net overleden. Ik ben dol op haar geweest. De leerkracht riep mij naar voren en ik mocht vertellen hoe mijn oma was overleden. Ik vond het moeilijk en begon te huilen. Later op de dag riepen jongens uit de klas op het schoolplein tegen mij: ‘Jouw oma is lekker dood’. Dat heb ik echt vreselijk gevonden. Ze wilden dat ik weer ging huilen en dat lukte ze nog ook.”

Naar jezelf kijken

Niels neemt tijdens de EMDR het beeld van dat moment in gedachten als een foto waar hij naar kijkt. De hulpverlener vraagt hem terug te gaan naar wat hij op dat moment op het schoolplein dacht en voelde. Niels: “Ik was zo boos dat ze de liefde voor mijn oma en daarmee haar belachelijk maakten. Tegelijkertijd was ik bang dat ze me na schooltijd achterna zouden komen. Dat gebeurde wel vaker. Dan duwden ze mij of trokken ze me bijna van mijn fiets. Ik voelde me eenzaam en wilde wegrennen naar huis of naar het huis van mijn oma, waar natuurlijk niemand meer was. De hulpverlener vroeg mij dat beeld en gevoel vast te houden. ‘Wat doet dat met je?’ Ik voelde een drukkende pijn in mijn borst en mijn hoofd begon te bonzen. Ik voelde mij boos worden vanwege mijn onmacht en angst. Voor het eerst sinds lange tijd kon ik huilen. Ik volgde met mijn ogen de vingers van de hulpverlener. Daarbij vroeg zij wat het bij mij opriep als ik aan de pijnlijke ervaring dacht.

Liefde van oma

“Door op haar handbeweging te focussen, droogden mijn tranen en werd de druk op mijn borst minder. Ik werd minder overspoeld door verdriet en de onmacht. De hulpverlener vroeg mij een positief beeld tegenover het negatieve beeld te zetten. Toen kwam het beeld boven dat God mij ziet zoals ik ben en minstens zo van mij houdt als mijn oma. Ik moest opnieuw teruggaan naar de foto van het incident op het schoolplein en bedenken wat ik nu voelde. Opnieuw volgde ik haar handbewegingen en probeerde mijn boosheid en onmacht, plaats te laten maken voor het positieve gevoel van de liefde van God en van mijn oma.”

Gedachten en gevoelens

Niels vertelt dat tijdens de EMDR behandeling allerlei gedachten en gevoelens afzonderlijk de revue zijn gepasseerd. Hij geeft voorbeelden: “Als ik emotie laat zien ben ik kwetsbaar voor pestgedrag, ik ben alleen, ik ben verdrietig, ik word niet gezien, anderen zijn niet te vertrouwen, ik ben bang, ik moet weg, ik wil ze slaan,  ik kan geen relaties aangaan. Ik werd gevraagd stil te staan bij de gedachten en gevoelens die ik krijg wanneer ik aan mijn oma denk. Wat zou mijn oma zeggen als ik het haar vertelde? Ze zou zeggen ‘laat ze toch kletsen’ en ‘ik hou van jou’. Ook gedachten die ik heb bij God: Hij heeft mij gemaakt, ik ben de moeite waard, ik draag zorg voor mensen die Hij aan mij toevertrouwt, bij Hem mag ik boos worden over onrecht, Hij ziet wie ik ben en niet alleen wat ik doe.”

Doorwerking

Het is nu drie maanden geleden dat Niels EMDR volgde. “De pijn is steeds meer uitgewist. Wat daarvoor in de plaats komt is het besef dat ik er mag zijn zoals ik ben. Ik voel mij minder snel afgewezen door opmerkingen en kan gemakkelijker het gesprek aangaan als er meningsverschillen zijn op het werk.” Hij besluit: “Het lijkt wel alsof een strak gespannen veer in mij langzaam tot ontspanning komt. Ik kan in een gesprek meer mijn gevoel tonen zonder dat ik mij de mindere voel. Ik durf mij nu kwetsbaar op te stellen. Dat merk ik ook tijdens het bidden. In mijn gebed kan ik nu ook mijn gevoelens met de Heere God delen. Daar ben ik heel blij om. Ik voel dat ik er van Hem mag zijn en niet mijn plek moet verdienen door goed te presteren.” Vanwege de privacy van de geïnterviewde zijn enkele gegevens aangepast.


Schuilplaats Perspectief over Trauma en angst: